Hij wordt geboren op 3 juli 1922 als zoon van Teunis Antonie Smokers en Willemijntje van Loon.
Adriaan werkte in Waalwijk in een handschoenenfabriek. We woonden in de Grote Kerkstraat: achter ons huis was een schuilkelder in de grond gemaakt. De kelder gaf een redelijke bescherming, maar het was er koud en vochtig. Adriaan was wat reumatisch en ging daarom liever naar de kelders onder de bakkerij van Van der Pol.
Misschien voelde hij zich daar ook veiliger. Op de bewuste 5e januari hoorde men de vliegtuigen al aankomen. Adriaan rende naar de kelder, maar was nog net niet binnen toen de bommen vielen. Hij werd op de kelder gevonden, zwaar gewond, zijn benen waren op meerdere plaatsen gebroken en diepe vleeswonden waren zichtbaar.
Evenals andere gewonden werd hij naar het huis van Roza gebracht en vandaar op een open wagen naar het ziekenhuis in Gorinchem vervoerd. Tijdens de veertien dagen dat hij daar lag bezochten wij, zijn broers, Teunis en ik, hem. We troffen hem ernstig ziek en geestelijk in de war aan. Vanuit Gorinchem werd hij daarom overgebracht naar een psychiatrisch ziekenhuis in Poortugaal. Later werd hij naar het Zuiderziekenhuis in Rotterdam overgebracht. Hier werden beide benen geamputeerd.
Terug in Poortugaal leefde hij nog maar enkele dagen. Wij zijn met een vergunning van de Ortscommandant op fietsen met klapbanden naar Poortugaal gereden, waar we de begrafenis nog mee konden maken. Op 21 juni 1945 werd hij herbegraven in Wijk. Voor de begrafenis was alles geregeld, de auto die hem zou vervoeren kreeg onderweg een kapotte radiator waardoor de reis onverwacht lang duurde. Zodoende kwam het lichaam van mijn broer pas ‘s-avonds in Wijk aan. Dominee Harkema, die de begrafenis zou leidden, de familie, de genodigden en de belangstellenden waren reeds allen naar huis gegaan. Hij is toen stilletjes begraven.
Tekst: Herinneringen 60 jaar vrijheid door dr. Cees de Gast en Renny Wink